Leestijd: 4 minuten

Weet je waar ik erg aan heb moeten wennen sinds Kiki naar de basisschool gaat? Het begrip speelafspraken. Of niet direct het begrip zelf maar meer de praktische invulling daarvan 😉 Daarover vertel ik je vandaag iets meer.

Hoe werk dat nou die speelafspraken?

Net zoals je als ouder heel veel dingen proefondervindelijk gaat ervaren, geldt dat natuurlijk ook bij speelafspraken. Hoe vaak mag je kind een speelafspraak maken, ga je zelf mee, hoeveel kinderen komen er tegelijk spelen, wat gaan ze doen of moet je ze entertainen, hoe laat gaan ze weer naar huis etc? Allemaal van die vragen die ik in het begin (en nu soms nog steeds) best lastig vind.

Ik geeft het ruiterlijk toe: ik ben graag op mezelf

Dat is denk ik waar ik het meest aan heb moeten wennen. Ik ben graag op mezelf en heb graag controle op wat er in mijn huis gebeurt. Niet dat ik niet gastvrij wil zijn of zo maar als er andere mensen in mijn huis zijn, zal ik wel zeggen ‘doe alsof je thuis bent’ maar vind ik het tegelijk wel prettig als mensen dat niet doen. Snap je hem?

Daarom was ik aanvankelijk ook wat terughoudend

Toch vind ik het ook belangrijk dat Kiki sociale vaardigheden leert en vriendjes maakt. Ze is natuurlijk al enig kind en dat haar moeder graag op zichzelf is, mag voor haar natuurlijk geen belemmering zijn. En dus zet ik me er overheen en stimuleer haar om speelafspraken te maken.

Overigens zag ik bij de voorbereiding op dit artikel dat er op fora en blogs best veel ouders zijn die het lastig vinden hoe ze met speelafspraken om moeten gaan. Dat geeft de burger moed 😉

Het ene kind is het andere niet

Nu is het natuurlijk ook zo dat ik Kiki’s gebruiksaanwijzing inmiddels redelijk goed ken. Ik weet waar ze graag mee speelt. Ik zie het aan haar als ze eigenlijk te moe is en ik weet dat ze zich thuis redelijk aan onze regeltjes houdt. Maar hoe zit dat met andere kinderen?

De eerste keer dat er een ander kind kwam spelen, had dat kind binnen no time door welke kast onze snoepkast was. Nadat de kinderen eerst wat lekkers en wat drinken hadden gehad, trok ze vervolgens zelf de snoepkast open. Maar dat niet alleen, ze ging ook alle gordijnen dicht doen, sprong op de bank etc.

En dat heb ik dus liever niet. Gelukkig was ik slim genoeg om dat ook meteen te zeggen. Anders zou het einde misschien wel zoek geweest zijn. En natuurlijk had ik de illusie dat mijn kind zoiets niet zou doen en kwam ik daarin ook bedrogen uit. Toen ik een keer mee ging naar een speeldate zag ik Kiki ook ronduit vragen om iets lekkers dat ze op het aanrecht zag liggen. Oeps.

Inmiddels zijn er met de halve klas zo’n beetje al speelafspraakjes geweest en weet ik inmiddels wat voor ons wel en niet goed werkt.

Wat werkt voor ons? Tips!

  1. Er komt 1 kind per keer spelen.
  2. We spreken ongeveer 2 x per week af. In sommige weken heeft ze helemaal geen zin om veel af te spreken en soms wil ze juist veel meer maar zie ik dat ze te moe is (of heb ik er gewoon zelf niet altijd behoefte aan als ik een dag hard gewerkt heb).
  3. Ik haal Kiki meestal rond half 5 weer op en spreek dat bij voorkeur ook met andere ouders af. Ik merk gewoon dat het -zeker na een lange schooldag- dan ook wel genoeg geweest is voor die kinderen. Vervolgens kan ze nog lekker even relaxen voor de tv of zo terwijl ik kook.
  4. Er wordt niet gevraagd om snoep. Natuurlijk krijgen de kinderen na school wat drinken en iets lekkers maar ik wil niet dat er de hele middag om meer gevraagd wordt.
  5. Zeg het als iets je niet aanstaat. Springt een ander kind met modderschoenen op jouw bank, zeg daar dan gewoon iets van als je dat niet wil. Je hoeft niet ten koste van alles de populaire moeder te zijn.
  6. Eerst opruimen voordat je met iets nieuws wilt spelen.
  7. Ik laat haar speelafspraken zo veel mogelijk zelf maken en stimuleer haar ook om het niet alleen aan het vriendinnetje zelf te vragen maar ook aan de moeder of vader van het kind.
  8. Een enkele keer staat er een afspraak gepland maar wil ze toch liever met een ander kindje spelen. Dan grijp ik wel in. Ze moet ook leren dat afspraak afspraak is en dat ze dat niet zomaar kan cancellen als zich een ‘leuker’ afspraakje voordoet.
  9. Ik ga niet mee. Sommige moeders vinden het fijn als je nog even een kopje koffie mee drinkt maar ik weet dat Kiki zelf haar moeder er liever niet bij heeft.
  10. Rouleer de afspraken. Daarmee voorkom je dat jij de hele week je huis vol kinderen hebt zitten. De ene keer wordt er dus bij jou thuis gespeeld en de andere keer bij het andere kind.
  11. Puur praktisch: probeer met de andere ouder af te spreken dat het kind recht uit school met haar of met jou mee naar huis gaat. Dat scheelt je een loopje naar het schoolplein.
  12. Wissel contactgegevens uit. Mijn grootste angst is dat Kiki ergens speelt (of een ander kind bij ons) en dat er iets gebeurt. Stel dat ze onverwacht naar huis wil of dat er een ongelukje gebeurt. Dan wil ik wel dat de andere ouder mij kan bereiken of andersom.

Heb jij nog tips om speelafspraken in goede banen te leiden? En herken je je misschien in mijn aanvankelijke terughoudendheid? Of juist helemaal niet? Ik hoor het graag!

Volg mij ook op social media!

Reageren staat uit.