Leestijd: 3 minuten

Van mijn zus kreeg ik eens een ‘kletspot‘. Dat is een glazen pot met allemaal leuk vormgegeven kaartjes erin met vragen erop. Op de pot staat:

Ouderwets gezellige tafelgesprekken.

Boeiende bekentenissen, verhalen van vroeger en hilariteit.

Het is dus bedoeld als leuk gezelschapsspel maar ik haal er ook bloginspiratie uit. Zoveel zelfs dat ik er wel een serie aan kan wijden: Uit de Kletspot. Vandaag beantwoord ik een van de vele leuke vragen:

Welke taal zou jij moeiteloos willen spreken?

Nou dat zijn er nogal wat!

Ik studeerde al Frans

Dat wil zeggen: ik heb een propedeuse Franse Taal- en Letterkunde gedaan en spreek dus aardig Frans. Moeiteloos kan ik niet zeggen maar als we in Frankrijk zijn, kan ik me goed redden. Ik moet er meestal weer even in komen maar na een dag of wat heb ik het weer aardig te pakken.

Duits?

Duits spreek ik aardig. Op het niveau dat ik een maaltijd kan bestellen of een ander eenvoudig gesprek kan voeren. Ik heb wel een aardige Duitse woordenschat maar ook hier geldt: ik spreek het te weinig om er echt bedreven in te zijn.

En Engels dan?

Mijn Engels is aardig maar ik zou het ook niet echt vloeiend willen noemen. Ieder jaar kom ik wel een keer in Engeland met een vriendin en dan merk ik dat het me natuurlijk wel lukt om een gesprek te voeren maar voor mijn gevoel is het toch nogal hakkelend.

Perfectionist

Mijn handicap als taalfreak is denk ik ook dat ik het liefst mijn mond pas open doe als ik zeker weet dat datgene wat ik zeg, correct is. Toen JW bijvoorbeeld voor het eerst in de VS ging werken en ik hem Engels hoorde praten, dacht ik vaak: ‘Nou, nou, dat is grammaticaal niet helemaal goed.’ Of ‘Daar zou ik een ander woord voor gebruiken.’ Maar wat hij wel goed kan en ik niet is gewoon maar praten en je geen zorgen maken over of het wel goed is of niet.

Dat had ik met Spaans ook

Een aantal jaren geleden heb ik namelijk een cursus Spaans gevolgd bij Cervantes in Utrecht op niveau A2. Dus nog wel beginnersniveau maar wel zodanig dat je na afronding een basaal gesprek zou moeten kunnen voeren.

Maar ook toen gold: als je de taal niet regelmatig spreekt, word je er ook niet goed in. En waar ik bij Spaans veel last van had, is dat ik er toch Franse woorden in verwerkte maar dan op z’n Spaans uitgesproken. Niet handig dus.

Een andere taal dan?

Ik heb niet de ambitie om bijvoorbeeld Chinees te leren. En toen wij op vakantie in Zweden waren vond ik het leuk om alsjeblieft en dankjewel en zo in het Zweeds te kunnen zeggen. Maar om nou te zeggen dat ik graag Zweeds wil leren. Nee.

Het scheelt denk ik ook dat wij niet één favoriet vakantieland hebben. Ik ken nl. mensen die Italiaans zijn gaan leren omdat ze toch ieder jaar naar Italie op vakantie gaan. Dat hebben wij niet.

Dan toch liever Engels perfectioneren

Spaans vind ik een hele mooie taal. En het is natuurlijk ook een wereldtaal. Maar hoe vaak ben ik nu in een gelegenheid waarin Spaans gesproken wordt? Bijna nooit.

En met Engels kun je nog steeds overal komen. Dus misschien zou een conversatiecursus Engels iets voor mij zijn. Dan ligt de nadruk immers al meer op het daadwerkelijk praten. Het is het overwegen waard.

Welke talen spreek jij? En is er een taal die jij moeiteloos zou willen spreken?

Uitgelichte afbeelding: Gerd Altmann via Pixabay

Volg mij ook op social media!

Reageren staat uit.